Gudde kijkt naar bezettingsgraad Arsenal, Juventus en Bayern München
Eric Gudde benadrukt op de nieuwjaarsreceptie van Feyenoord dat een capaciteit van ruim 70.000 plaatsen voor het mogelijk vernieuwbouwde stadion van de club geen mogelijkheid is. De algemeen directeur van de Rotterdammers reageert daarmee onder meer op uitspraken van afgelopen zondag op Radio Rijnmond.
In een volledig aan De Kuip gewijde uitzending liet projectdirecteur Hans Vervat weten dat het ‘bijna een brevet van onvermogen is’ wanneer Feyenoord niet voor de grootste variant gaat. “Daar denken wij – de directie, de Raad van Comissarissen en de ondersteunende aandeelhouders – heel anders over,” zegt Gudde. “Feyenoord is altijd op zoek naar het belangrijkste element en dat is een stadion dat altijd uitverkocht is. Arsenal heeft 60.000 plaatsen, Bayern München 69.000 en Juventus heeft gekozen voor 42.000 plaatsen. Die stadions zijn altijd uitverkocht. Ook AS Roma gaat kiezen voor een nieuw stadion met 52.500 plaatsen.”
“Wij zijn ervan overtuigd dat het omslagpunt, waar je door schaarste niet alleen tegen Ajax maar ook tegen bijvoorbeeld Excelsior en PEC Zwolle uitverkoopt, ligt tussen de 59.000 en 63.000 plaatsen. 76.000? Nee, dat is hartstikke duidelijk voor ons,” luidt het commentaar van de beleidsbepaler van Feyenoord, die ondanks de uitspraken van Vervat en ook Wim van Sluis (RvC-lid stadion, red.) ontkent dat de betaald voetbalorganisatie en de RvC van het stadion lijnrecht tegenover elkaar staan. “Het leeuwendeel van de RvC van het stadion is dezelfde mening toegedaan als de bvo. En de bvo moet zorgen dat die voetbaltempel straks vol zit. Dat moet je op een manier doen die het beste is,” concludeert Gudde tegenover RTV Rijnmond.
Gudde: “Voor de toekomst van de club is een vernieuwbouwd stadion de enige manier om Feyenoord financieel verder te helpen in de concurrentie met Ajax, PSV en de Europese subtop. Het gaat niet om snelheid. Je moet geen overhaaste en ondoordachte beslissingen nemen. Het gaat om de toekomst van de club. Ddit kan je maar één keer goed doen. Wij moeten bijna tot achter de komma weten dat je onderaan de streep een substantiële plus overhoudt.”
Bron: Rijnmond.nl