Feyenoord is het braafste jongetje van de klas
Het aanstaande vertrek van trainer Fred Rutten onderstreepte het nog maar eens: sportief en financieel staat Feyenoord op een nieuw, ingewikkeld kruispunt. Want hoe moet de Rotterdamse club precies verder, nu de schuldenberg grotendeels is opgeruimd? Moet een voetbalclub durven te investeren, of past in De Kuip slechts berekende voorzichtigheid?
In de week dat Fred Rutten en Feyenoord vastliepen op een onoverbrugbaar verschil in visie, kwam bij FC Twente een luchtkasteel tot ontploffing. Dat lijken twee totaal verschillende kwesties misschien, maar schijn bedriegt. In de kern raken ze aan hetzelfde.
De vraag in het voetbal is altijd: hoe balanceer je op de grens tussen sportief succes en financiële risico’s? Hoe ver wil je strekken om de overkant te halen?
Durven
Ziehier in een notendop de verwijdering tussen Feyenoord enerzijds en Fred Rutten anderzijds. De trainer is bepaald geen vriend van Joop Munsterman, integendeel, maar hier denkt Rutten wel enigszins hetzelfde. Een voetbalclub die sportief wil groeien, zal moeten durven te investeren in voetbal. In goede spelers, die soms wellicht duur zijn, of lastig te halen, maar die je uiteindelijk wel verder helpen.
,,Als je geld hebt, en als club gezond bent, moet je ook durven voor te financieren”, vindt de trainer. ,,Elke club heeft een imago en daar moet je aan proberen te voldoen. Ik heb er respect voor dat ze het hier financieel strak hebben gehouden en dat ze dat ook blijven doen. In mijn visie staat het kapitaal op het veld. Mijn eigen voorbeeld is: jonge spelers ontwikkelen en verkopen en ervoor zorgen dat als ze worden verkocht, er alweer een ander klaar staat.”
Toen Rutten in 2006 bij zijn oude liefde terugkeerde als hoofdtrainer, zat de club in alle opzichten in de lift. FC Twente investeerde heel bewust in de kwaliteit van zijn selectie en ging hogere spelerssalarissen betalen om de spelersgroep wezenlijk te versterken, en de club daarmee in bredere zin omhoog te stuwen.
Orlando Engelaar, Eljero Elia, Marko Arnautovic, Rob Wielaert, Otman Bakkal, Ismaïl Aissati: ze kwamen allemaal naar Enschede in die periode, met navenant succes.
Gokken
Feyenoord denkt tegenwoordig wezenlijk anders. De ellende die het vorige bewind achterliet, door haast blind te gokken op plaatsing voor de Champions League, heeft tot een rigoureus andere koers geleid. De Rotterdamse club houdt zich strikt aan zijn salarisbudget en weigert zichzelf nog langer in de schulden te steken.
De zogenoemde Vrienden van Feyenoord, de investeerders die de club met een injectie van 36 miljoen euro gezond hielpen te maken, waken streng over die lijn. Indien technisch directeur Martin van Geel méér geld nodig heeft, voor een buitenkansje of een noodzakelijk geachte versterking, dan moet hij eerst langs de Vrienden voor een ja-woord.
Die zijn in de praktijk lang niet altijd happig op een risico, óók omdat veel recent gehaalde spelers (Bilal Basaçikoglu, Khalid Boulahrouz, Joris Mathijsen) bepaald geen daverend succes bleken te zijn.
,,Wij hebben nu eenmaal ons huishoudboekje bij Feyenoord,” zei Van Geel deze week nog maar eens. ,,Sportief gaan we de uitdaging met Ajax en PSV echt wel aan, maar financieel is de kloof voorlopig onoverbrugbaar. Fred wilde daar sneller in. Die wilde grotere stappen maken om sneller voor een kampioenschap te kunnen gaan.”
Miljoenenschuld
De moderne zuinigheid van Feyenoord klinkt logisch en verstandig natuurlijk, uitgaand van het dogma: geef nóóit meer geld uit dan er binnenkomt. Zeker de laatste jaren was dat nooit een onderwerp van discussie in De Kuip, toen er een absurde miljoenenschuld moest worden weggewerkt.
Maar heeft Rutten daarmee volledig ongelijk? De voetballerij is een onvergelijkbare bedrijfstak, aangezien een voetbalclub niet zozeer leeft van economische winst, maar van sportief succes. Doet een voetbalclub er altijd verstandig aan om op de centen te blijven zitten, juist als de club weer min of meer gezond is?
Neem Bas Dost. Die wilde afgelopen zomer best naar Feyenoord, desnoods voor een veel minder salaris dan hij bij VfL Wolfsburg verdiende, maar de Rotterdamse club was uiteindelijk niet bereid om de gapende salariskloof verder te dichten. Voor enkele tonnen aan salaris extra was Dost vermoedelijk wél gekomen.
Braaf
Het is het dilemma waar veel voetbalclubs mee worstelen. Hoe ver ga je om die ene klassespeler binnen te halen, met het risico dat een voetballer altijd kan mislukken of tegenvallen? FC Groningen deed er ooit maanden over om Dusan Tadic te contracteren. De Serviër had een heel legertje van zaakwaarnemers en familieleden achter zich aanlopen, die allemaal een stukje van de taart wilden. Ondanks al het gedoe bleven de Groningers geduldig en vastberaden, legden Tadic vast, en verkochten hem na twee voortreffelijke seizoenen voor 7,5 miljoen euro aan FC Twente.
Een dergelijke succesvolle investering heeft Feyenoord al vele jaren niet meer gedaan. Vrijwel alle spelers die recent voor miljoenenbedragen vertrokken waren zelf opgeleid, de toevalstreffer Graziano Pellè uitgezonderd. Dat zegt veel over de scouting in Rotterdam, maar óók over de ondernemingsgeest van de directie. FC Twente sloeg dan misschien door richting megalomanie, Feyenoord lijkt steeds vaker op het braafste jongetje van de klas.
Bron: Ad.nl