De Vrij wil nog niet naar andere club

Stefan de Vrij is dit seizoen uitgegroeid tot het Rotterdamse boegbeeld van Feyenoord. De jonge aanvoerder doorliep de gehele jeugdopleiding op Varkenoord. Over het Feyenoord-gevoel, Graziano Pelle en zijn eigen toekomst: hij wil met een goed gevoel afscheid nemen. “Maar dat moet ook weer niet ten koste van mezelf gaan.”

Jouw enorme ontwikkeling heeft ertoe geleid dat je midden in het spel van contractverlenging zit. De club wil graag dat je langer blijft. In mei 2011 tekende je bij tot de zomer van 2014.
Toen zei je: “Het is nooit zo geweest dat ik naar een andere club zou willen”. Is dat weer zo?

“Ja, op dit moment heb ik dat ook. Ik wil nog niet naar een andere club. Maar omdat ik sinds mei 2011 stappen voorwaarts heb gemaakt, weet ik dat het moment dichterbij komt waarop het gevoel komt dat ik er wel klaar voor ben. Het kan snel gaan in het voetbal. Misschien over een half jaar of over een jaar. Ik heb daar geen ervaring mee. Ik heb immers altijd bij Feyenoord gespeeld. Mijn familie, vrienden, vriendin en zaakwaarnemers zijn daarin mijn belangrijkste adviseurs. En ik praat met mensen uit de voetbalwereld, die hier ervaring mee hebben.”

Heb je ook tegen Martin van Geel gezegd dat je nog niet klaar bent bij Feyenoord?

“Ja, hij weet dit. Als ik mijn contract zou verlengen, besef ik dat Feyenoord de kaarten in handen heeft. Als ik in een later stadium voel dat ik klaar ben voor de volgende stap, dan kunnen zij voor mij vragen wat ze willen. Aan de andere kant: in een voor Feyenoord en voor mij ideale situatie ga ik hier niet transfervrij weg. Maar dat ook weer niet ten koste van mezelf gaan. Die balans vinden, vind ik moeilijk. Uiteindelijk moet ik ook een keuze maken die mijn eigen belang dient. Er is nog geen termijn afgesproken waarbinnen er duidelijkheid moet zijn. Ik denk dat Feyenoord het sneller wil afhandelen dan ik. Ik heb nog een contract tot 2014 en heb geen haast. Ik ben inmiddels aanvoerder van de club, international en voetbal hier als een van de langst zittende in de selectie. Dat hoop ik wel terug te zien in het contractvoorstel.

Zo’n beetje de hele defensie van Feyenoord voetbalt tegenwoordig in Oranje. Het gaat niet alleen snel met jou, maar ook met je collega’s.

“Had ik niet verwacht. Ik heb wel altijd de potentie gezien. Janmaat, Martins Indi. En Mathijsen natuurlijk. Ik wist dat we het zouden kunnen, maar dat het zo snel is gebeurd, had ik niet zien aankomen. Ik moet er hard voor werken, maar dat wordt wel beloond.
Of ik vaak aan Brazilie denk?
Dat heb ik al langer als doel. Het WK is voor elke voetballer een droom, maar lang niet voor iedereen haalbaar. Ik schat mijn kansen in als reeel. Als ik hard blijf werken en bij Feyenoord goed speel, dan kan ik het halen. Vroeger was ik altijd fan van Oranje. De grote toernooien volgde ik intensief. De sfeer eromheen, schitterend. Met het hele land erachter staan. Zeker als het goed gaat, is dat genieten. Ik keek altijd met familie. Iedereen in het oranje gekleed.”

Je kans op het WK houdt direct verband met veel en goed spelen bij Feyenoord. Dan helpt het als je dagelijks Graziano Pelle verdedigt op de training. Wat is die goed bezig, net als John Guidetti vorig jaar. Tegen wie speel je liever?

“Allebei natuurlijk. Omdat ik inderdaad heel veel van hen leer. Het zijn altijd interessante duels op de training. Graziano en John zijn verschillende types. Graziano is moeilijker te verdedigen als aanspeelpunt. Hij is oersterk, dat laat hij elke week zien. Bij John was dat niet zijn beste kwaliteit. Die speelde heel opportunistisch. Hij ging voor elke bal, had een goede loopactie en als ik niet oppaste, stond hij ineens voor de goal. Bij hem was iedere kans raak. Het herkennen van verschillende situaties is dus iets wat ik heb opgestoken van hun. Ik heb meer moeite met beweeglijke spitsen als John, omdat ik zelf redelijk lang ben en dus minder wendbaar dan kleine, behendige spelers. Maar tegen zo’n iemand als Graziano voetballen, is ook heel lastig.”

Ga je ooit genoeg krijgen van Feyenoord?

“Ik zit hier al zolang, de club zit in mijn hart. Ik ben altijd fan geweest van Feyenoord. Ik blijf ervan genieten om te spelen in De Kuip. Zo is het moeilijk uit te leggen hoe het is om die spelerstunnel uit te komen. Voor de wedstrijd, in de kleedkamer, voel ik altijd iets van zenuwen. Zodra ik het veld opkom en De Kuip in me opneem, is dat meteen verdwenen. Het geeft een bijzonder goed gevoel, zo’n stimulans. Het is geen toeval dat wij thuis altijd zo sterk zijn. Ja, we beslissen best veel duels in de slotfase. Is mooi, maar dat dwingen we natuurlijk ook zelf af.”

Is het goede gevoel waarmee jullie het succesvolle, vorige seizoen afsloten nog gegroeid?

“Ja. In het begin was het even afwachten. Hoe zouden we reageren op de hogere verwachtingen? We waren immers vier belangrijke jongens uit de as kwijtgeraakt. We hebben het goed opgepakt en de lijn van vorig seizoen doorgetrokken. Het vertrouwen, zoals dat er vorig jaar was, is er nu weer.”

Bron: hetsportmagazine.nl