De architect van Nederlands beste grasmat: Erwin Beltman
Een goed grasveld is geen vanzelfsprekendheid, zie de ellende bij FC Utrecht (schimmel) en Ajax (dood?). Bij Feyenoord beschikken ze al twee jaar over de beste grasmat van de eredivisie. Met dank aan Erwin Beltman, tovenaar met Engels raaigras en veldbeemd.
Graskwaliteit en koerier vraagt deze morgen waar ‘de tuinman van Feyenoord’ is. Hij komt een paar zakken zand afleveren en heeft een handtekening nodig. Binnen, in zijn kantoor onder de tribunes van de Kuip, verslikt Erwin Beltman zich bijkans in zijn koffie. ‘Hoorde ik dat goed? Zei hij nou tuinman?’
Beltman gruwelt al van de term terreinknecht. Dat vindt hij denigrerend klinken. Grasonderhoud is namelijk geen hobby, maar een vak. Op het visitekaartje van Beltman staat ’teamleider veldonderhoud’, maar in de volksmond is hij beter bekend als ‘grasmeester van Feyenoord’, een titel die hij kreeg na de bekerfinale van 2014 tussen Ajax en PEC Zwolle. ‘Er is toen een filmpje van mij gemaakt door FOX Sports en daarin kreeg ik als ondertitel ‘grasmeester’ mee’, vertelt hij. ‘Die hebben we erin gehouden.’
Een goed bespeelbaar veld is geen vanzelfsprekendheid, zo bleek deze week maar weer. De grasmat van FC Utrecht wordt geplaagd door een schimmelziekte. Die van Ajax is zelfs helemaal vervangen na talloze glijpartijen van spelers. De KNVB liet weten dat voor de komende WK-kwalificatiewedstrijden naar andere opties dan de Arena wordt gekeken. Mogelijk komt De Kuip dan weer in het vizier van de voetbalbond.
In Rotterdam ligt het veld dat door de aanvoerders twee jaar op rij is gekozen tot ‘beste grasmat van de eredivisie’. Bij een tussenstand, in de winterstop, ging Feyenoord opnieuw aan leiding.
Verantwoordelijk voor de grasmat in Rotterdam is Erwin Beltman, 40 jaar en opgegroeid in een arbeiderswijk in Wassenaar.
Met zijn robuuste uiterlijk ziet Beltman eruit als een typische Feyenoord-fan. Hij verwierf enige bekendheid na de bekerfinale in 2014, toen Ajax-supporters massaal vuurwerk gooiden op de grasmat en hij voor de camera’s van FOX Sports en SBS6 werd gesleept voor een reactie. ‘Recht uit mijn hart heb ik toen gezegd dat ik me eigenlijk de meeste zorgen maakte over de eerstvolgende thuiswedstrijd tegen Cambuur, want daarin kon Feyenoord tweede worden.’
Toen Beltman voor die wedstrijd het veld opwandelde om zijn werk te doen, begon de harde kern achter het doel plotseling voor hem te klappen. Daarna volgde het vak ernaast. Uiteindelijk juichte het hele stadion, voor hem! De grasmeester die wordt toegejuicht alsof hij de spits is. Beltman lacht. ‘Ja, dat kan alleen bij Feyenoord.’
’25 kilo geleden’ was Beltman een verdienstelijk amateurvoetballer bij onder meer VVSB en Quick Boys. Hij volgde een opleiding aan de agrarische school en werkte achttien jaar lang op de golfbaan van de Koninklijke Haagsche. Sinds december 2013 is hij in dienst van De Kuip.
Beltman stuurt het ‘fieldteam’ aan, dat verder bestaat uit Wim Leffelaar, Abdul Boutahar en Floor Drissen. Die laatste wordt door hem betiteld als ‘de beste lijnentrekker van Nederland’. ‘Geen toeschouwer zal het opvallen als het niet zo is, maar een lijn moet kaarsrecht zijn. Floor is daar een kei in. Eén oneffenheid en hij is er doodziek van. Die eerzucht hebben we hier allemaal.’
Het bewierookte veld van Feyenoord bestaat uit Engels raaigras en veldbeemd. Engels raaigras heeft veel zij-uitlopers, zodat wortels vervlochten raken. Veldbeemd heeft de eigenschap om snel in elkaar te groeien. Hierdoor ontstaat een soort vlechtscherm. Onkruid of straatgras krijgt geen kans.
De grasmat waarop Feyenoord speelt, is ongeveer anderhalf jaar oud en opgekweekt bij Hendriks Graszoden, een firma uit het Limburgse Heythuysen. Eén keer per jaar rijdt Beltman ernaartoe om een grasmat uit te zoeken voor het nieuwe seizoen. In de zomerstop wordt het in stroken van 15 bij 2.40 meter neergelegd in de Kuip. Elke strook krijgt een eigen vrachtwagen. ‘Zodra die weer naar Limburg rijden is het gras van ons’, aldus Beltman. ‘Dan begint het grote vertroetelen.’
Zijn handtekening is te zien aan de wijze waarop hij op wedstrijddagen het gras maait: tien donkere banen in de lengte, tien lichte in de breedte; het zogeheten dambordmotief. ‘Zijn we zo vier uur mee bezig. Slaat nergens op eigenlijk, het is puur voor het gezicht. Maar zoals je wilt dat in een goed restaurant de tafel mooi is gedekt, wil je in een stadion dat mensen binnenkomen en meteen denken: zó, dat veld ligt er mooi bij!’
De grootste krachtproef voor Beltman was de periode na de Europa Leaguewedstrijd tegen AS Roma. Door hevige regenval was de grasmat volledig omgeploegd. Dankzij superzaad, vliesdoeken en warmtelampen was het veld een week later weer in perfecte staat, stevig en robuust. Zijn baas, facilitair manager Rico Salomons, vroeg Beltman: ‘Erwin, kun jij soms toveren?’
Verder kreeg hij ooit een compliment van Louis van Gaal. De toenmalig bondscoach pleitte als trainer van AZ nog voor kunstgras. Alleen: noem dat woord niet bij Beltman. Hij vindt het bijkans nog erger dan terreinknecht. ‘Echt gras is heilig’, stelt hij. ‘Als je het gras goed onderhoudt, kan het heel veel hebben.’
Neem nou deze week, zegt hij, met twee wedstrijden kort achter elkaar. ‘Donderdag hebben we tegen Heerenveen gespeeld, zondag moet het veld weer klaar zijn voor ADO Den Haag.’ En ondertussen wordt op zaterdag 20 milliliter neerslag verwacht. ‘Het betekent op tijd doorzaaien, beluchten, bemesten, lampen erop, noem maar op. Je bent bezig met een levend product, dat is het fascinerende. Geen dag is hetzelfde. Op elke behandeling of weertype reageert het gras weer anders.’
Apart vak, grasmeester. Elke twee weken wordt al het mooie werk zonder wroeging de vernieling in geholpen. Beltman geeft het eerlijk toe: door zijn werk kan hij niet meer normaal naar voetbal kijken. ‘Natuurlijk hoop ik dat Feyenoord wint, want uiteindelijk gaat het om die drie punten, maar ik let vooral op de schade die het veld ondergaat.’
Tijdens wedstrijden zit hij, samen met een groep vrijwilligers, op een vaste plek aan de rand van het veld. ‘Nou is het niet zo dat ik bij elke sliding mijn hart vasthoud. Het enige wat ik echt erg vind, is als spelers op hun knieën doorglijden om een doelpunt te vieren. Kuijt wil dat nog wel eens doen. Dan zeg ik tegen hem: ‘Dat moet je maar niet meer doen, vriend.’ Dirk lachen natuurlijk. De spelers weten dat we fanatiek zijn, maar wij zijn er natuurlijk voor hen, niet andersom.’
En de Arena?
Het veld in De Kuip is volgens Beltman ‘het mooiste natuurgrasveld ter wereld’. Ook over de prijs ‘beste grasmat van de eredivisie’ kent hij geen twijfels: ‘Die gaan we weer pakken.’ Zijn geheim? Is er niet. Zoals in elk beroep draait het om passie en hard werken, zegt hij. ‘Toen ik deze baan kreeg, heb ik overlegd met mijn vrouw Corien. Of Corina moet ik eigenlijk zeggen. Ja, ik weet nog hoe ze heet. Ik zei haar: ik kom pas naar huis als het gras er goed bij ligt, want het stopt niet met groeien als ik er niet ben. Als ik thuis ben, zit ik nog de hele tijd op buienradar te kijken. Eigenlijk ben je 24 uur per dag met dat veld bezig.’
De ontwikkelingen in de Arena heeft hij aandachtig gevolgd. Al die glibberpartijen, het was volgens hem niet nodig geweest. Verder wil Beltman er niet te veel over kwijt. Dat vindt hij niet van respect getuigen naar zijn collega toe.
Zou hij, indachtig de transfer die Arsenal-groundsman Paul Burgess ooit maakte naar Real Madrid, ook voor Ajax kunnen werken? Voor het eerst valt Beltman stil deze morgen. ‘Pff, lastige vraag. Ik heb een heel sterk gevoel bij Feyenoord. Ik weet nog wel dat ik hier mijn eerste wedstrijd meemaakte. ‘Sterker door Strijd’, hing er op een spandoek. Dat gevoel krijg je heel erg mee als je hier werkt. Aan de andere kant: gras blijft gras, waar het ook ligt. Dus ja, wat voor voetballers geldt, geldt ook voor grasmeesters: je kunt niets uitsluiten.’
Bron: Volkskrant.nl