Gebrek aan zelfkritiek en realisme begint Feyenoord stilaan lelijk op te breken

Wéér een kansloze nederlaag in Amsterdam, plus rood voor Nicolai Jørgensen. Maar zelfs na duels zoals deze Klassieker is het glas bij Feyenoord nog halfvol. Dat gebrek aan zelfkritiek en realisme begint de club stilaan lelijk op te breken.

,,De concurrentie is gewaarschuwd.’’ Algemeen directeur Jan de Jong sprak die woorden vijf dagen voor de bijna traditionele uitnederlaag van Feyenoord bij Ajax, tijdens de nieuwjaarsreceptie, en liet daarna een stilte vallen. Die duurde ongeveer net zo lang als de bedenktijd die trainer Giovanni van Bronckhorst gisteren na de wedstrijd nodig had om een antwoord te formuleren op de vraag of Feyenoord zelf nog wel écht in kwalificatie voor de Champions League had geloofd.

In vijf dagen is de kampioen, die zich stoer presenteerde als een nietsontziende jager die punt voor punt dichter bij Ajax en koploper PSV wilde sluipen, verworden tot een elftal dat wanhopig de meubelen nog maar moet zien te redden. In Amsterdam kopje onder gaan is bepaald geen primeur voor Feyenoord. Maar voor een elftal dat zich bijna drie weken minutieus en blessurevrij kon voorbereiden op de kraker was deze voorstelling wel erg pover.

De tactiek behelsde hard gezegd niet veel meer dan tegenhouden en ­hopen op een counter. Eigenlijk hetzelfde wat clubs als Sparta, NAC en VVV voor ogen hebben als ze op bezoek komen in de Arena. ,,Het gat is nog groter geworden, maar we zullen blijven knokken’’, sprak spits Nicolai Jørgensen, die met een dubbele gele kaart op zak al helemaal een mislukte middag beleefde. ,,Het is niet zo dat het hier stopt, de competitie is niet voorbij’’, vulde trainer Van Bronckhorst aan. ,,Al is het gat wel groot nu.’’

De oefenmeester vertelde eerder deze maand, in de Spaanse zon, dat zijn uitlatingen extern vaak haaks staan op de kritiek die hij intern spuit bij een tegenvallende prestatie. Oftewel: voor de televisie­camera’s legt hij de vinger niet zo hard op de zere plek als dat hij in het kleedlokaal doet. En dat moet ook, voor iemand die direct na het binnenhengelen van de titel in mei zei dat als Feyenoord in april niet bij de titelkandidaten zou staan, er iets mis was gegaan.

Als alleen de jonge Tyrell Malacia, met zijn 18 jaar nog altijd slechts een jeugdspeler, overeind blijft in de wedstrijd van het jaar, dan past een bijzonder kritische blik. Als een seizoen nu al het etiket ‘volkomen mislukt’ opgespeld dreigt te krijgen, past het ook niet als een kersverse algemeen directeur een paar uur voor de Klassieker op televisie vraagt om enige nuance. Feyenoord, zo stelde de zich als een rasoptimist presenterende De Jong, had tot deze wedstrijd toch nog ­altijd de minste tegentreffers? ,,En ook de meeste passes’’, vulde hij aan in het programma De Tafel van Kees op FOX Sports.

Als dat momenteel de stemming is bij een club die in de zomer nog verkondigde dat de eerste landstitel sinds 1999 het begin zou zijn van veel moois, gaat het in de Kuip helemaal de verkeerde kant op. Na de nederlaag in de Arena heeft Feyenoord al 22 verliespunten en is de achterstand op koploper PSV al een gapend gat van 15 punten. En voor wie in Rotterdam hoofdzaken moeilijk van bijzaken kan scheiden: Feyenoord heeft na gisteren ook niet langer de minst gepasseerde defensie in de eredivisie.

Natuurlijk, de tijden dat de directie van Feyenoord bij elk optreden in de media wegdook achter de ­lagere budgetten in vergelijking met de concurrenten, leverden ook veel kritiek op. Maar je presenteren als een jager zonder geweer, dat wekt alleen maar irritatie bij de achterban.

Die fans kijken al met angst en beven uit naar de midweekse uitbeurt in de Galgenwaard, tegen FC Utrecht. Voor de optimist: de eerste gelegenheid op eerherstel. Voor de doemdenker: het is voor FC Utrecht ook het ideale moment om een aanval te doen op plek vijf, de positie die de al bijna onttroonde landskampioen Feyenoord nu inneemt.

Bron: Ad.nl